‘Glutenvrij’, je hebt het vast al op verschillende voedingsmiddelen zien staan. Je hebt allicht ook al veel mensen horen zweren bij ‘glutenvrij’. Het lijkt erop dat (te)veel mensen gluten ‘bannen’ of geen idee hebben wat het eigenlijk is.
Gluten is een combinatie van twee eiwitten die in sommige granen zoals tarwe, rogge, gerst, kamut, mout en spelt voorkomen en ook in alle voedingsmiddelen die ermee zijn bereid (brood, pizza, pasta, koekjes, cake, taart, paneermeel en crackers). Ofschoon haver en boekweit van nature geen gluten bevatten, moeten ze toch gemeden worden in een glutenvrij dieet omdat ze gecontamineerd kunnen zijn. Ook producten waar je het niet echt in verwacht zoals soepen, sauzen, sommige snoepjes, ijs en bepaalde biersoorten kunnen gluten bevatten.
Het is niet evident om dit allemaal zelf uit te zoeken. Een allergiediëtist kan je daarbij helpen.
Gluten maakt deeg rekbaar. Gluten is geen gif, het is maar een eiwit, tenzij … je coeliakie hebt, een zeldzame auto-immuunziekte van de dunne darm.
Wanneer iemand met coeliakie gluten eet, wordt het slijmvlies van de darm beschadigd. Dit verstoort de vertering van voedsel, met als gevolg een verminderde opname van sommige voedingsstoffen (malabsorptie), waardoor er tekorten kunnen ontstaan van onder andere ijzer, calcium en vitaminen.
Coeliakie is genetisch bepaald en vertegenwoordigt slechts 0,5 tot 1% van de mensen wereldwijd.
Maar veel meer mensen geven aan dat ze ‘gluten’ niet goed verdragen, wat kan dan de verklaring zijn voor dit groot aantal?
Er zijn mensen bij wie geen coeliakie of tarwe-allergie kan worden aangetoond, maar die wel goed reageren op een glutenvrij dieet. In dit geval zou er sprake kunnen zijn van glutensensitiviteit of ‘non celiac glutensensitivity’ (NCGS).
Mensen met glutensensitiviteit krijgen klachten zoals buikpijn en vermoeidheid na het eten van glutenbevattende graanproducten. Het is niet duidelijk wat de oorzaak is van glutensensitiviteit. Het vermijden van glutenbevattende producten leidt wel tot verbetering van de klachten, maar de antistoffen en de darmschade die typerend zijn voor coeliakie, zijn bij deze personen afwezig.
Waardoor klachten dan wel ontstaan is onduidelijk. Het kan zijn dan niet gluten, maar een andere stof uit graan een probleem veroorzaakt.
Tarwe en aanverwante granen bevatten naast gluten nog andere stoffen die de darmen kunnen irriteren, zoals ATI’s (alpha-amylase-trypsineremmers) en FODMAPs (fermenteerbare of vergistende oligosacchariden, disacchariden, mono- sacchariden en polyolen).
ATI’s komen van nature voor in granen en beschermen de plant tegen insecten, parasieten, schimmels en bacteriën. De menselijke dunne darm kan er niet goed mee overweg. Er zijn aanwijzingen dat immuuncellen in de darm reageren op deze ATI’s, een reactie die anders is dan bij coeliakie.
FODMAPs zijn suikermoleculen die vocht aantrekken in de dunne darm, waardoor diarree kan ontstaan. FODMAPs gisten in de dikke darm, met als gevolg gasvorming, een opgeblazen gevoel en winderigheid. De darmen reageren op voedingsmiddelen met veel FODMAPs, zoals uien, look, prei, bloemkool, peulvruchten en appels. In couscous, pasta, tarwebrood en roggebrood zitten ook meer FODMAPs dan in glutenvrije alternatieven of spelt. Ga je glutenvrij eten, dan haal je automatisch dus ook een deel van de ATI’s en FODMAPs uit je voeding.
Glutenvrij eten blijft hip, maar ook compleet nutteloos voor wie niet aan coeliakie of glutensensitiviteit lijdt. Dat blijkt uit een onderzoek van Peter Gibson, de man die net de glutenhype veroorzaakte.
In 2011 publiceerde Peter Gibson, een gastro-enteroloog aan de Monash University, een onderzoek waarin gluten gelinkt werden aan maag-en darmproblemen, ook bij mensen die niet aan coeliakie lijden. Zijn onderzoek was een van de redenen waarom ‘glutenvrij’ het nieuwe gezond werd en heeft de snelle opkomst van het glutenvrije dieet ingezet, een rage die nog steeds niet te stuiten is. Maar als nauwgezet wetenschapper vond Gibson de resultaten van zijn onderzoek niet bevredigend. De studie verschafte geen afdoend bewijs dat gluten effectief de oorzaak waren van de klachten. Daarom herhaalde hij zijn experiment in 2013.
Het lijkt een ‘nocebo’-effect te zijn – de zelf-gediagnosticeerde glutengevoelige patiënten verwachtten zich slechter te voelen tijdens de studie, en dat deden ze ook. Ze hadden waarschijnlijk ook meer aandacht voor hun darmklachten, omdat ze dit voor het onderzoek moesten controleren. Bovendien kunnen andere potentiële voedingstriggers – met name de FODMAPS – veroorzaken wat mensen ten onrechte interpreteren als glutengevoeligheid. FODMAPS komen vaak voor in hetzelfde voedsel als gluten. Ondertussen is de glutenvrije voedingsmarkt enorm gegroeid sinds Gibsons eerste studie. Rage of niet, dit is positief voor mensen met coeliakie, die nu een overvloed aan glutenvrije producten hebben om uit te kiezen.
MAAR glutenvrije diëten zijn niet per se gezonder dan een normaal, uitgebalanceerde voeding. Bedrijven kunnen volkoren granen vervangen door geraffineerde granen die weinig voedingsstoffen bevatten. Gebakken glutenvrije producten kunnen ook meer suiker bevatten, bekijk daarom steeds de ingrediënten, de meesten zijn ook duurder.Dus voordat u op de glutenvrije kar springt, is het belangrijk dat u eerst uw arts raadpleegt.
Het is niet verstandig om zelf aan een glutenvrij dieet te beginnen, zonder dat er een diagnose is gesteld. Als de klachten het gevolg zijn van coeliakie of glutensensitiviteit, kan dat namelijk niet meer goed worden vastgesteld als iemand al glutenvrij eet. En een correcte diagnose is van belang om de juiste medische begeleiding te krijgen.
Glutenvrij is absoluut noodzakelijk voor wie een glutenintolerantie heeft, maar voor wie niet gevoelig is voor gluten, heeft het geen enkele meerwaarde!
Kris