Bij een allergie speelt het immuunsysteem een belangrijke rol. In normale omstandigheden beschermt dit systeem ons tegen lichaamsvreemde stoffen zoals virussen en bacteriën (antigenen) door antistoffen te produceren.
Een voedselallergie is een ongewone reactie op een onschadelijk voedingsbestanddeel. Het immuunsysteem gaat dit voedingsbestanddeel zien als een indringer. Deze indringer wordt een allergeen genoemd.
Een allergische voedselovergevoeligheid kan worden ingedeeld in een IgE-gemedieerde voedselallergie en een niet-IgE-gemedieerde voedselallergie.
Bij het eerste contact met een allergeen zal het afweersysteem antistoffen (IgE) produceren. In deze fase treden er nog geen klachten op, men spreekt dan van sensibilisatie. Vaak is er sprake van een verhoging van specifiek IgE (sIgE) in het bloed of van kwaddelvorming bij een huidtest. Sensibilisatie betekent niet dat er altijd een allergische reactie ontstaat na inname van het allergeen. Pas bij een volgend contact met het allergeen zijn de klachten er wel, vaak zelfs bij de kleinste hoeveelheid voedsel. Men spreekt dan van een IgE-gemedieerde voedselallergie. De klachten zijn persoonsgebonden en gaan van zeer mild tot zeer ernstig. Ze zijn beperkt tot één symptoom of een verzameling van symptomen. Meestal verschijnen de klachten binnen de 15 à 20 minuten na de consumptie van het allergeen. Bij een verdenking op een IgE-gemedieerde voedselallergie kan een huidpriktest (HPT) en bloedtest voor specifiek IgE helpen de juiste diagnose te stellen.
Bij een niet-IgE-gemedieerde voedselallergie (o.a. FPIES, eosinofiele oesofagitis, coeliakie …) treedt de allergische reactie op na inname van een voedselallergeen, zonder dat sensibilisatie aantoonbaar is.
Een niet-IgE-gemedieerde reactie wordt gekarakteriseerd door een vertraagde reactie (24-48 uur) van het immuunsysteem na opname of blootstelling aan het voedselallergeen.
Allergische klachten kunnen zich uiten via:
- de luchtwegen: hoesten, piepende adem, kortademig, pijn op de borst, benauwd, vernauwde keel, hese stem, waterige ogen, niezen, verstopte neus, lopende of jeukende neus
- de huid: uitgebreide roodheid, uitslag over hele lichaam, zwelling tong/lippen, jeuk
- de maag en darmen: braken, diarree, slikproblemen, misselijkheid, pijn, krampen
- de hersenen: angst, hoofdpijn, metaalsmaak
- het hart: bleke of blauwe lippen, zwakke pols, duizeligheid, verwardheid, shock, bewusteloosheid
De 14 meest voorkomende allergenen in voedingsmiddelen in Europa zijn: ei, lupine, melk, mosterd, noten, pinda, schaaldieren, selderij, sesam, soja, sulfiet, tarwe, vis en weekdieren. Het is verplicht om deze 14 allergenen op de etiketten van voedingsmiddelen te vermelden indien ze aanwezig zijn.
Er bestaat geen geneesmiddel voor een allergie. De enige manier om een allergische reactie te voorkomen, is het allergeen dat de reactie uitlokt strikt vermijden. Let wel op, het allergeen kan ook verborgen zitten in samengestelde voedingsmiddelen.
Afhankelijk van de ernst van de allergie kan de reactie optreden bij de minste hoeveelheid van het voedingsmiddel of pas na een grotere inname. In sommige gevallen kan dus een kleine hoeveelheid van het allergeen verdragen worden, eventueel onder bewerkte (opgewarmde) vorm. Bespreek dit met jouw arts/allergoloog of allergiediëtist. De begeleiding van een gespecialiseerde allergiediëtist is belangrijk om enkel de voedingsmiddelen die klachten geven te elimineren en geen te beperkend dieet te volgen.
Daarnaast kan een allergie met de jaren milder of net ernstiger worden, daarom is een goede opvolging door de arts belangrijk. Aan de hand van zijn bevindingen kan de allergiediëtist jouw voedingsplan aanpassen.