Aandoeningen die te maken hebben met de verbinding tussen onze hersenen en darmen (hersen-darm-as), beter gekend als de functionele gastro-intestinale aandoeningen (zoals functionele indigestie of het prikkelbare darmsyndroom) komen vaak voor in zowel de eerstelijnszorg als op de afdeling van gastro-enterologie in ziekenhuizen. Deze aandoeningen zijn vaak geassocieerd met een hoge morbiditeit en slechte levenskwaliteit van de patiënt en leiden vaak tot hogere druk op de gezondheidszorg. De aanpak van dit soort aandoeningen is uitdagend, gezien de patiënten vaak al een hele reeks aan uitgebreide onderzoeken hebben ondergaan, zonder een duidelijke gekende oorzaak te weten. In deze review wordt er een praktische aanpak, bestaande uit 5 stappen, gegeven voor de klinische beoordeling en behandeling van aandoeningen van de hersen-darm-as. De 5-stappen aanpak bestaat uit (1) het uitsluiten van andere oorzaken van de ziekte die organisch of anatomisch te verklaren zijn en het gebruik van de Rome IV criteria voor diagnose, (2) empathie tonen voor de patiënt om vertrouwen en een therapeutische relatie op te bouwen, (3) de patiënt uitleg en vorming geven rond het ontstaan van deze gastro-intestinale aandoeningen, (4) verwachtingsvorming opbouwen samen met de patiënt met de focus op verbetering van de functie en levenskwaliteit, en (5) het opstellen van een behandelingsplan met centraal en perifeer werkende medicijnen en niet-medicatie gerichte behandelingsopties. In deze review bespreken ze het ontstaan van deze hersen-darm-as aandoeningen (zoals overgevoeligheid van de darmwand), de initiële beoordeling en risicostratificatie (een methode om de patiëntengroepen, die de meeste baat hebben bij een bepaalde interventie te identificeren), evenals de behandeling voor meerdere aandoeningen met focus op het prikkelbare darmsyndroom en functionele indigestie.
Uit stap 2 wordt het duidelijk dat het tonen van empathie een belangrijke rol speelt in de aanpak van functionele darmaandoeningen. Een goede patiënt-zorgverlener relatie vormt de basis van een goede behandeling voor patiënten met functionele darmaandoeningen zoals het prikkelbare darmsyndroom. Het is belangrijk dat de patiënt zich begrepen voelt door de zorgverlener en dat hij zich op zijn gemak voelt om meer intieme, maar ook relevante gegevens te vertellen tijdens een gesprek. Op deze manier kan er een correcter en vollediger beeld gevormd worden van het leven van de patiënt met alle nodige details die eventueel van invloed kunnen zijn op de behandeling of het zoeken naar een juiste aanpak.
Bijkomend bestaat er (nog) geen ‘gouden standaard’ om deze aandoeningen te behandelen en te genezen. Er wordt dus momenteel voornamelijk ingezet op het verlichten van de symptomen en het verbeteren van de levenskwaliteit van de patiënt.
De kennis rond het prikkelbare darmsyndroom bv. is nog volop aan het groeien, dus huisartsen en specialisten worden uitgedaagd om samen met de patiënt een geschikte therapie te vinden. Het is vaak een lange zoektocht naar de beste aanpak met de nodige frustraties van de patiënt als gevolg. Maar ook de initiële zoektocht naar een exacte diagnose met heel wat testen en onderzoeken, zonder dat er iets duidelijk naar voren komt, brengt extra stress met zich mee wat vaak resulteert in verergering van symptomen bij de patiënt. Dit wordt visueel voorgesteld in onderstaande figuur van de paper.
Het is dus zeer belangrijk dat de patiënt hierin goed ondersteund wordt door de vaste zorgverlener die de nodige empathie toont voor zijn patiënt waardoor een deel van deze stress al kan weggenomen worden.
Als je dus zelf dergelijke klachten of een aandoening hebt en je momenteel op zoek bent naar de juiste therapie, zorg er dan voor dat je je laat begeleiden door een (huis)arts, specialist, andere zorgverlener … waarbij je een goed gevoel hebt, je goede gesprekken kan voeren en je op je gemak voelt. Hier begint tenslotte het proces naar een goede behandeling.
Huidige behandelingsopties:
Algemene levensstijl aanpassingen: voldoende fysieke activiteit maar ook ontspanning, een juiste toilethygiëne- en houding, bepaalde voedingsaanpassingen (voldoende vezels en vocht, beperken van persoonlijke triggers zoals cafeïne, pikante voeding, koolzuurhoudende dranken, alcohol en vetrijke voeding) of een dieet (zoals het laag-FODMAP dieet)
Psychologische ondersteuning: bv. cognitieve gedragstherapie, hartcoherentie, stress-management…
Medicatie: bv. antispasmodica zoals Spasmomen, medicijnen tegen diarree of constipatie (Immodium, laxativa …) of lage dosissen van bepaalde antidepressiva …
Welke behandeling nu het beste aanslaat voor wie is zeer persoonsafhankelijk. Daarom blijft het belangrijk om goed te luisteren naar het verhaal van de patiënt om zo de beste behandelingsopties aan te reiken aan de patiënt.