De prevalentie van voedselallergie is de afgelopen 10 jaar erg toegenomen in Westerse landen zoals Australië en de Verenigde Staten, waarbij tot 10% van de 12 maanden oude zuigelingen een bevestigde voedselallergie heeft. Terwijl voedselallergieën toenemen, lijken de vit D-waarden bij de bevolking gelijktijdig af te nemen. Schattingen suggereren dat tot 50% van de mensen in Westerse landen een laag vitamine D heeft en tot 10% een echt vitamine D-tekort.
De zonneschijn vitamine
Vit D, ook wel de ‘zonnevitamine’ genoemd, is een voedingsstof die noodzakelijk is voor een goede gezondheid. Ze speelt een belangrijke rol bij het behoud van gezonde botten doordat ze het lichaam helpt calcium op te nemen. Ook speelt vitamine D een belangrijke rol in de werking van het immuunsysteem.
Vitamine D wordt in het lichaam aangemaakt door zonneschijn op onze huid of ze kan via voeding geconsumeerd worden of door inname van supplementen. Vette vis – zalm, tonijn, sardines … – en visolie zijn de rijkste bronnen van vitamine D in de voeding. Andere goede bronnen zijn eieren (vitamine D zit in de dooier), lever en vitamine D-verrijkte voedingsmiddelen, waaronder zuivelproducten, margarine of zuigelingenvoeding.
Vitamine D en voedselallergie – wat zegt onderzoek?
Gebieden verder van de evenaar (en dus met een lagere omgevings-ultraviolette straling (UVR)) bleken hogere percentages te hebben voor voedselallergie gerelateerde ziekenhuisopnames bij kinderen, het voorschrijven van een epipen (adrenaline auto-injector) en pinda-allergie (tot 6 keer het risico) dan gebieden dichter bij de evenaar. Het geboorteseizoen (geboren in de herfst of in de winter wanneer de UVR-blootstelling laag is) is ook in verband gebracht met anafylaxie (ernstige allergische reactie) en
voedselallergie.
Een verband tussen late introductie van ei, een van de weinige veel voorkomende voedingsbronnen van vitamine D in het zuigelingendieet, en voedselallergie is waargenomen in een groot Australisch onderzoek. Zuigelingen die vroeg een ei kregen (tussen vier en zes maanden) hadden opmerkelijk minder voedselallergie dan zuigelingen die later voor het eerst ei kregen (na de leeftijd van 6 maanden).
Onderzoek met directe metingen van vitamine D uit bloedafnames heeft ook een verband aangetoond tussen een lager vitamine D-gehalte en een toegenomen risico op allergische sensibilisatie (een verhoogde IgE waarde in het bloed, echter zonder symptomen of klachten) bij kinderen en adolescenten en voedselallergie bij zuigelingen. In deze Australische studie hadden baby’s met lage vitamine D-waarden meer kans op een ei- of pinda-allergie en hadden ze meer kans om meerdere allergieën te ontwikkelen in vergelijking met baby’s met normale
vitamine D-waarden.
Wat betekent dit voor u?
Het is te vroeg om te zeggen dat vitamine D voedselallergieën kan omkeren. Toekomstig onderzoek is nodig om die vraag te beantwoorden. Onderzoek begint echter het idee te ondersteunen dat vitamine D kan beschermen tegen voedselallergieën en dat vitamine D belangrijk is voor een algemene goede gezondheid.
Voor de meeste mensen is de beste manier om ervoor te zorgen dat men voldoende vitamine D kan opnemen, een combinatie van verstandige blootstelling aan de zon en voldoende inname van voedingsmiddelen die de vitamine bevatten. Een arts kan de vitamine D-status beoordelen via een eenvoudige bloedafname en indien nodig een supplement aanbevelen. Supplementen mogen alleen worden ingenomen op advies van een erkende gezondheidsprofessional zoals een arts/allergoloog/diëtist.
Voor zwangere vrouwen is een goede inname van vitamine D belangrijk (vooral in het laatste kwartaal van de zwangerschap) om ervoor te zorgen dat het (ongeboren)kind voldoende vitamine D kan opnemen van de moeder. De vitamine D-voorraad van zuigelingen in het eerste levensjaar is afhankelijk van de voorraad van de moeder tijdens de zwangerschap. Gebaseerd op het artikel Vit D and food allergy reviewed by Andrew Moore, MD, FAAAAI 2020