De laatste maanden merk ik in de praktijk een duidelijke stijging van het aantal patiënten dat reageert op fructose. Bij de aanmelding ben ik hier nochtans altijd afwachtend in. Meermaals worden patiënten doorgestuurd door de gastro-enteroloog / arts met de hulpvraag ‘advies bij fructose-intolerantie’. Na een uitgebreide anamnese blijkt dan soms het vermoeden van een andere trigger of een onvolwaardige voeding. Vooraleer ik start met een eliminatiedieet wil ik zeker zijn. Bij enige twijfel start ik met een lichte beperking van de mogelijke trigger of met een volwaardige voeding. Ook het bijhouden van een eet- en klachtendagboek is een belangrijk werkinstrument. En ja … de laatste maanden komt hier meer dan voorheen fructose uit.
Als allergiediëtisten proberen we steeds up-to-date te blijven. Onze dieetbladen passen we continu aan aan de laatste bevindingen. Tijd om nog eens even in de literatuur te duiken.
Fructose is een monosacharide (= een enkelvoudige suiker) aanwezig in fruit. Fructose smaakt 1,4 tot 1,8 keer zoeter dan glucose. Tafelsuiker bestaat voor 50% uit glucose en voor 50% uit fructose.
2 transporteiwitten (GLUT2 en GLUT5) zijn verantwoordelijk voor de opname van fructose. GLUT2 vervoert ook glucose; GLUT5 is het vervoermiddel voor de vrije fructose.
Er is op dit moment geen consensus wat betreft de totale hoeveelheid fructose in het dieet. Tel je de totale fructose (som van fructose in alle voedingswaren) of maak je een verschil tussen de toegevoegde fructose en de fructose van nature aanwezig in voedingsmiddelen? In de literatuur is er ook geen duidelijke definitie van hoeveelheid. Er wordt wel voorgesteld om de fructose inname te verdelen in gemiddeld (<50g/d) – hoog (>50 g en <100g/d) – heel hoog (>100g/d). Waarschijnlijk is de verhouding fructose / glucose belangrijk, maar dit is nog niet breed bestudeerd.
Wisten jullie dat er 2 belangrijke vormen zijn namelijk
- HFI (erfelijke fructose intolerantie): dit is een zeldzame autosomale stofwisselingsziekte. Er wordt geschat dat er jaarlijks wereldwijd 1 op 20 000 à 30 000 personen de diagnose krijgt en dit op zeer jonge leeftijd (bij de opstart van vaste voeding).
- Fructose malabsorptie (waar deze blog over gaat)
Iedereen heeft een beperkte opnamecapaciteit wat fructose betreft. De meeste volwassenen kunnen op 1 moment 15 g fructose opnemen en bij 50 g fructose ervaren de meeste volwassenen problemen. Transporteiwit GLUT5 is waarschijnlijk verantwoordelijk voor de onderlinge verschillen.
Een fructose blaastest kan uitsluitsel geven maar de dosis fructose is alles bepalend. Bij volwassenen wordt 25g fructose aangeraden, bij kinderen 0,5 – 5g / kg met een maximum van 10 à 15 g fructose.
De symptomen van fructose malabsorptie zijn buikpijn, opgeblazen, winderig, diarree.
Vooral bij personen met prikkelbare darmsyndroom type diarree komt fructose malabsorptie meer voor, net als bij personen met coeliakie.
Uiteraard is de aanpak fructose verminderen. Meestal lukt het om 10 tot 15 g fructose / dag te verdragen. Per eetmoment mag er maximum 3g fructose (wat overeenkomt met 6g suiker) aanwezig zijn en minder dan 0,5g vrije fructose. Daarnaast is het nodig om ook de fructanen (= polymeer van fructose, dus meerdere fructosemoleculen bij mekaar) te beperken. Ook de suikeralcoholen (sorbitol en mannitol) worden bij aanvang best vermeden.
Gedurende enkele weken wordt een eliminatiedieet opgestart om daarna te herintroduceren. Op deze manier vinden we de tolerantiegrens. De volgende stap is een voedingsplan op maat.
Het is geen eenvoudig dieet en begeleiding door een allergiediëtist is nodig. Op deze manier worden er geen voedingsmiddelen onnodig weggelaten uit jouw dieet.
En … zoals bij aanvang al vermeld, is de belangrijkste taak van de allergiediëtist de voedingsanamnese. Eerst het speurwerk nauwkeurig doen, daarna kan de juiste diëtistische diagnose gesteld worden en een plan op maat uitgewerkt worden.
Groetjes,
An