Kruisallergieën van plantaardige oorsprong: |
1. Grassen |
Een allergie voor graspollen is wereldwijd de meest voorkomende pollenallergie. Uit onderzoek weten we dat slechts 4% van deze patiënten een kruisallergie ontwikkelt met voeding. |
2. Bomen |
Berk: |
Het best gekende “pollen-voedsel-syndroom” is ongetwijfeld het “berk-fruit-groenten-syndroom”. Dit is het resultaat van een kruisreactie tussen een allergeen van de berk met een vergelijkbaar allergeen in fruit, groenten en/of noten. Tot 70% van de patiënten met een allergie voor berk ontwikkelt in de loop van hun leven dit “berk-fruit-groenten-syndroom”, vooral op fruit zoals appel, kers, perzik en peer, noten (hazelnoten) en groenten zoals selderij en wortel. De allergenen die verantwoordelijk zijn voor de reactie zijn hittelabiel. Ze worden vernietigd door verwarming of door maagzuur. Dat verklaart waarom de reactie meestal enkel voorkomt bij het eten van een rauw voedingsmiddel en niet na bereiding ervan. |
Latex: |
De laatste 30 jaar is er veel aandacht voor latex-allergie. Het zogeheten “latex-fruit-syndroom” komt voor bij 21% tot 58% van de patiënten met een latex-allergie. De reacties kunnen levensbedreigend zijn. Typische planten die kunnen kruisreageren met latex zijn avocado, bananen, kiwi en kastanje. Vrij recent worden ook cassave (maniok), curry (kruiden), aardappel, tomaat en paprika aan het lijstje toegevoegd. |
3. Onkruid |
Bijvoet: |
Een van de eerste syndromen die beschreven werden is het “selder-bijvoet-kruiden-syndroom”. Hierbij ontstaat er een kruisreactie tussen de pollen van het onkruid bijvoet en de plantenfamilie waartoe selder, wortel, peterselie, karwijzaad, venkelzaad, korianderzaad en anijszaad behoren. Een andere veel beschreven kruisreactie is het “bijvoet-mosterd-allergie syndroom”, waarbij mosterd een milde OAS-reactie uitlokt. |
Diagnose: |
De juiste diagnose van kruisallergieën is niet altijd eenvoudig te stellen en kan een echte uitdaging zijn. Als AllergieDietisten raden we aan om de diagnose te laten stellen door een allergoloog. Zoals bij een allergie start ook de diagnose van een kruisallergie met een goede anamnese (bevraging) waarbij er veel aandacht is voor de primaire (of bestaande) allergie zoals hooikoorts of latexallergie en de mogelijke kruisreacties met voeding. Bijkomende testen zoals huidpriktesten of bloedonderzoek kan in sommige gevallen aangewezen zijn om de juist diagnose te kunnen stellen. Bij hooikoorts is een goede bevraging meestal voldoende om te kunnen bepalen welke voedingsmiddelen zorgen voor een kruisreactie. Bij ernstige reacties zoals bij een latexallergie kunnen huidpriktesten of bloedonderzoek een goed hulpmiddel zijn om de juiste diagnose van de kruisallergie te kunnen stellen. |
Behandeling: |
Eens de diagnose van kruisallergie met voeding is gesteld, wordt voedingsadvies aanbevolen. Enkel voor die voedingsmiddelen die een reactie veroorzaken dient een voedingsadvies te worden uitgewerkt. Voedingsmiddelen die ook kunnen zorgen voor een kruisreactie maar die (nog) geen klachten geven, worden niet vermeden. |
Conclusie: |
De klachten veroorzaakt door een secundaire of kruisallergie voor voeding kunnen zorgen voor uiteenlopende symptomen van zeer mild tot zeer ernstig en zelfs levensbedreigend. Een correcte diagnose stellen van deze kruisreacties voor voeding is niet altijd gemakkelijk aangezien de beschikbare testen geen goede voorspellende waarde hebben. Een goede bevraging blijft de hoeksteen bij de diagnose van een kruisallergie en is noodzakelijk om uitgevoerde testen goed te kunnen beoordelen. Eens de diagnose gesteld, is voedingsadvies noodzakelijk. Wanneer er kans is op een ernstige reactie moet een adrenaline auto injector (Epipen, Jextpen) worden voorgeschreven.
Bron: Cross-Reactive Aeroallergens: wich need tot cross our mind in food allergy diagnosis? Jaci in Practice Volume 6 november/december 2018 1813-1823 |