Bron: Clinical Issues in Food Allergy, A National Academies Consensus Report
Scott H. Sicherer, MD, a Katrina Allen, MD, PhD, b, c Gideon Lack, MD, d, e Steve L., Taylor, PhD, f Sharon M. Donovan, PhD, RD, g Maria Oria, PhDh http://pediatrics.aappublications.org/content/pediatrics/140/2/e20170194.full.pdf
In Amerika is een tijdelijke werkgroep met experten opgericht om de knelpunten van voedselallergie bloot te leggen. De experten bekeken vooral IgE-gemedieerde voedselallergie. In de volksmond wordt regelmatig over voedselallergie gesproken terwijl er geen sprake is van voedselallergie. Een eerste voorbeeld hiervan is lactose-intolerantie; waarbij de melksuiker (lactose) in de darmen niet gesplitst wordt, wat leidt tot buikklachten en diarree. Als tweede voorbeeld, een vergiftiging (bijvoorbeeld een slechte mossel) kan ook een reactie veroorzaken.
PREVALENTIE VAN VOEDSELALLERGIE
Er zijn op dit moment geen goede cijfers over het juiste aantal mensen met een voedselallergie. De cijfers liggen tussen 1 à 2% en 10%. Wel is duidelijk dat koemelk, kippenei, pinda, noten en vis de meeste allergische klachten veroorzaken.
VASTSTELLEN VAN VOEDSELALLERGIE
Bloedtesten of huidpriktesten op zich hebben geen waarde. In eerste instantie moet de arts luisteren naar de patiënt. Een volgende stap is dan de mogelijke verdachten nog eens extra bevragen. Pas daarna kunnen bijkomende onderzoeken gebeuren. Een arts moet de nodige ervaring hebben en anders moet die tijdig doorverwijzen naar een collega allergoloog.
RISICO EN PREVENTIE
Voedselallergie wordt veroorzaakt door een combinatie van erfelijke aanleg en omgevingsfactoren. Er is meer dan voldoende bewijs dat het vroeg invoeren (vanaf 4 à 6 maanden) van pinda beschermend werkt op het ontstaan van pinda-allergie bij kinderen met een verhoogd risico.
Aanvulling allergiediëtisten:
Deze aanbeveling geldt enkel voor Amerika. In Europa is er nog geen richtlijn en geldt op dit moment het advies: pinda niet vroeger maar ook niet later dan gepland invoeren.
MANAGEMENT
Epinefrine (de epi-pen) is veilig en wordt te weinig gebruikt bij ernstige reacties. Epi-pennen zijn op dit moment enkel verkrijgbaar in dosissen van 0.15 en 0.30 mg. Deze zijn niet geschikt voor kleine kinderen. FDA (food and drug administration) evalueert de nood om epi-pennen met een lagere dosis (0.075 mg) op de markt te brengen.
DAGELIJKS MANAGEMENT
Kinderartsen moeten families begeleiden bij het op een correcte manier vermijden van het bewuste allergeen en dit zowel thuis, op school, op vakantie, …. Thuis is vooral de kruisbesmetting belangrijk. Daarnaast is het juist beoordelen van verpakte voedingsmiddelen een topic dat goed uitgelegd moet worden.
2 aandachtspunten voor kinderartsen zijn:
– De juiste nutritionele opvolging van het kind met een voedselallergie.
– De psychosociale aspecten van leven met een voedselallergie, inclusief het verhoogd risico op pesten.
VOORVERPAKTE VOEDINGSMIDDELEN, REIZEN, RESTAURANTBEZOEK
Patiënten met een voedselallergie en hun familieleden zijn vaak afhankelijk van anderen als het op ‘veilig’ voedsel aankomt. De huidige etiketteringswetgeving is voor velen verwarrend. In US moeten de ‘grote’ allergenen zoals koemelk, kippenei, tarwe, soja, pinda, noten, vis en schaaldieren vermeld worden op het etiket. Maar bijvoorbeeld ‘lychee’ behoort voor de FDA (food and drug administration) bij de noten, terwijl dit een vrucht is. Sesam is in de US niet verplicht te declareren. Voorzorgsmaatregelen zoals ‘kan sporen van bevatten’ of ‘verwerkt in een bedrijf waar ook … verwerkt worden’ zijn niet verplicht en er is zelfs geen wetgeving rond.
CONCLUSIE
Voedselallergie kent een stijgende prevalentie en treft vooral kinderen. Het rapport geeft heel wat aandachtspunten om de veiligheid van kinderen met een voedselallergie te garanderen.