bron Venter C, Brown KR, Maslin K, Palmer DJ. Materneral dietary intake in pregnancy and lactation and allergic disease outcomes in offspring. Pediatr Allergy Immunol 2017: 28: 135-143
Tekst link: https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27864894
De Wereld Allergie Organisatie (WAO) stelt dat ‘het voorkomen van allergische aandoeningen wereldwijd stijgt, zowel in Westerse landen als in ontwikkelingslanden’. Vooral kinderen worden getroffen. In deze review wordt gekeken naar de beschikbare huidige kennis voor een aantal voedingsfactoren gedurende zwangerschap en/of lactatie die een rol kunnen spelen in het ontwikkelen van allergische aandoeningen bij het nageslacht.
Huidig voedingspatroon:
Er zijn studies over een enkele voedingsstof of voedingsgroepen beschikbaar. Moeders gebruiken echter in hun maaltijden combinaties van verschillende voedingsmiddelen en veel voedingsmiddelen worden dagelijks geconsumeerd.
Specifieke voedingsmiddelen:
Fruit en groenten:
De inname van sommige soorten groenten en fruit tijdens de zwangerschap wordt geassocieerd met een verlaging van het risico op allergische aandoeningen terwijl andere eerder een verhoogd risico suggereren. Deze tegenstrijdige resultaten kunnen verklaard worden door de variabele hoeveelheid van vitamines, antioxidanten en prebiotica tussen de verschillende soorten groenten en fruit.
Vis
Studies suggereren een beschermend effect bij de inname van vis tijdens de zwangerschap voor allergische overgevoeligheid bij kinderen.
Voedingsstoffen:
Vetten:
Een relatie tussen de vetinname gedurende zwangerschap en borstvoeding en het voorkomen van allergische aandoeningen bij het jonge kind wordt reeds een tijdje aangenomen. Men denkt dat vetzuren die gevonden worden in vette vis, mogelijk een bescherming bieden tegen allergische aandoeningen.
Vitamine D:
Het is gekend dat vitamine D een belangrijk effect heeft op ons immuunsysteem. Een recent onderzoek toont aan dat een hogere inname van vit D tijdens de zwangerschap wordt geassocieerd met een lager risico op wheezing (piepende ademhaling).
Prebiotica:
Het darmmicrobioom reageert snel op veranderingen in de voeding. Een verlaging van de vezelinname wordt geassocieerd met veranderingen in de productie van microbiële stoffen in de darm. Prebiotica zijn niet verteerbare vezels. Ze stimuleren de groei en/of de activiteit van het darmmicrobioom. Bronnen van prebiotica zijn te vinden in plantaardige producten en komen veel voor in chicorei, asperge, look, prei, ajuin en artisjok.
Vermijden of niet vermijden van allergene voeding tijdens zwangerschap
Wetende dat allergenen uit voeding gegeten tijdens de zwangerschap en de lactatie terecht kunnen komen bij het kind en dat allergeen specifieke antistoffen door de placenta kunnen dringen en in moedermelk kunnen voorkomen, wordt verondersteld dat allergenen in de voeding tijdens zwangerschap en lactatie een immunologisch effect kunnen hebben op de foetus.
In het verleden werd het vermijden van hoog allergene voeding tijdens de zwangerschap en/of de borstvoeding aanbevolen als methode om het ontwikkelen van allergische aandoeningen bij het nageslacht te voorkomen. Meer recent wordt aangenomen dat vroege blootstelling aan allergene voeding kan leiden tot preventie van allergische aandoeningen.
Conclusie:
Wanneer omgevingsfactoren een rol spelen bij de preventie van allergische aandoeningen tijdens de eerste levensjaren, is voeding van al deze factoren het gemakkelijkst aan te passen. Tot vandaag hebben we nog maar een beperkte evidentie betreffende de voeding tijdens zwangerschap en borstvoeding en de gevolgen hiervan voor allergische aandoeningen bij het nageslacht. We moeten niet te hard focussen op een of twee voedingsstoffen maar erbij stilstaan dat een combinatie van de voeding en de levensstijl erg belangrijk is en dat de volledige voeding bestudeerd moet worden.