Bron: http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1111/all.13095/epdf
Adolescenten hebben het meeste kans om te overlijden aan voedselallergie. Het hoofddoel van dit onderzoek was het risiconiveau in dagelijkse sociale situaties te onderzoeken die adolescenten en jongvolwassen met een pinda-allergie, hun familie en hun vrienden ervaren.
Het is geweten dat voedselallergie een negatieve impact heeft op psychosociale aspecten en op de levenskwaliteit (LK) ongeacht de leeftijd. Het raakt niet enkel het individu, maar eveneens hun families, wat leidt tot meer stress en angst bij families die leven met een risico op anafylaxie.
Methode:
De studiegegevens werden verkregen tussen mei 2013 en mei 2014. Er werd gebruik gemaakt van een gevalideerde allergie-specifieke LK vragenlijst en een nieuw ontwikkeld computerprogramma gebaseerd op de communicatietool ‘Colours Of Risk (COR)’. Deze vraagt na hoe men het risico voor voedselallergie in het dagelijks leven ervaart.
De definitieve versie van de COR lijst omvat 6 thema’s voor risico-inschatting in verschillende settingen: thuis, school, werk, bezoek en sociale activiteiten, vakantie, speciale gelegenheden en feestjes. De deelnemers werden gevraagd weer te geven hoe ze deze situaties ervaren: groen ‘ik voel mij veilig’, geel ‘ik voel mij onzeker’ en rood ‘ik heb het gevoel dat alles risicovol is’. De vragenlijst peilde eveneens naar hun kennis over anafylaxie en het gebruik van een epipen (adrenaline auto-injector (AAI)): wat is het, of ze een epipen kregen voorgeschreven en of ze ook weten hoe deze te gebruiken. Of ze de epipen meenemen in een groene, gele of rode zone en of ze een epipen al ooit gebruikt hebben.
De resultaten tonen aan dat adolescenten en jongvolwassenen met pinda-allergie zich veilig voelen in het dagelijkse leven wanneer ze samen zijn met goede vrienden en familie. Maar ze voelen zich onzeker of ze ervaren een hoger risico bij ongeplande en niet-familiale sociale situaties. Dit beïnvloedt hun levenskwaliteit, daar spontaniteit een belangrijk element is voor jongvolwassenen.
We vonden een goede verhouding tussen wat patiënten ervaren als groene, gele en rode zones in het dagelijks leven en die van hun ouders, broers/zussen en vrienden. Hieruit kunnen we afleiden dat familie en vrienden een goed inzicht hebben wanneer de patiënt met allergie zich in een veilige, onzekere of risicovolle situatie bevindt in verschillende sociale situaties.
Het onvoldoende gebruiken van de epipen is gekend bij alle leeftijden. Dit kan te wijten zijn aan het feit dat patiënten de voorkeur geven aan een antihistaminicum, dat er geen epipen werd voorgeschreven of omdat men het nut van de epipen onvoldoende kent.
Het doel van deze studie was na te gaan hoe jongvolwassenen en hun familie en vrienden het risico ervaren van een allergische reactie in sociale situaties buiten de traditionele veilige zone van thuis. Sociale interactie met (nieuwe) vrienden is belangrijk voor een jongvolwassene om zijn identiteit te kunnen vormen, en ongekende en ongeplande situaties zijn hiervoor noodzakelijk. Deze situaties worden beschouwd als rode, onveilige, zones en kunnen een uitdaging zijn voor jongeren met een pinda-allergie. Het blijven gebruiken van de COR vragenlijst is aanbevolen als een communicatietool tussen gezondheidswerkers en patiënten met een voedselallergie voor het uitwerken van een goede behandelmethode van hun allergie.
Deze resultaten kunnen veralgemeend worden voor andere voedselallergieën waar het belangrijk is te duiden op risico door communicatie en begeleiding van de patiënt en zijn familie. Deze methode kan eveneens gebruikt worden voor andere chronische aandoeningen zoals diabetes (met het risico voor hypoglycemie) waar het doel van de zorgverleners is de patiënt en zijn familie te helpen omgaan met een chronische aandoening in het dagelijks leven.