Fermentatie beschrijft het proces waarbij bacteriën en gist, voedingsmiddelen en dranken ‘voorverteren’ of doen veranderen van eigenschappen. Wanneer fermentatie plaatsvindt produceren ze een brede waaier aan vitamines, nuttige organische zuren en bio-actieve stoffen, alsook smaakstoffen, gassen en in sommige gevallen ook alcohol.
Fermentatie van voeding wordt al vele jaren toegepast, maar heeft de laatste jaar veel aan interesse en populariteit gewonnen, aangezien er veel positieve effecten aan toegeschreven worden.
Veel voedingsmiddelen die dagelijks gebruikt worden, zijn gefermenteerd zonder dat we erbij stilstaan dat ze gefermenteerd zijn. Denk hierbij aan brood, chocolade, kaas, yoghurt, olijven, azijn, sojasaus, koffie en zelfs alcohol.
Dat wil natuurlijk niet zeggen dat alle gefermenteerde voedingsmiddelen een voorkeurskeuze moeten zijn in je dagelijkse voeding. Niet alle gefermenteerde voedingsmiddelen bevatten levende micro-organismen, vele micro-organismen sterven bij verwarming tijdens het productieproces en verdwijnen door filtraties. Wanneer een voedingsmiddel gefermenteerd is maar veel vetten en/of suikers bevat, zal het ook geen voorkeurskeuze zijn in het eetpatroon.
Een aantal mogelijke voordelen van traditioneel gefermenteerde voeding (niet elk gefermenteerd voedingsmiddel zal elk voordeel veroorzaken):
- Ze bevatten mogelijks levende micro-organismes die gelinkt zijn aan een brede waaier aan gezondheidsvoordelen.
- Ze verbeteren de smaak, textuur en verteerbaarheid: bijvoorbeeld het verlagen van lactose in melkproducten
- Ze verhogen mogelijks de concentratie aan vitamines (vitamine B2, B11 en B12)
- Ze bevatten vaak nuttige stoffen: zoals organische zuren die de bloeddruk helpen dalen
- Ze kunnen toxines en antinutrienten (die de opname van andere stoffen verhinderen) doen dalen of verwijderen uit voedingsmiddelen.
De voordelen zijn niet alleen toe te schrijven aan de aanwezigheid van levende micro-organismen. Een zuurdesembrood zal geen levende organismen meer bevatten omwille van het bakken van het brood, maar het zou wel een betere respons hebben op de bloedsuikerspiegel dan een ‘gewoon’ brood. Een ander voorbeeld is yoghurt: er zitten meer bacteriën in de ene dan in de andere yoghurt, en toch ziet men positieve effecten op de gezondheid bij mensen die veel yoghurt eten (zonder rekening te houden met het type yoghurt die men gebruikt) tegenover diegenen die alleen ongefermenteerde melkproducten gebruiken.
1 ding is duidelijk: er is absoluut nog meer onderzoek nodig naar de voordelen van gefermenteerde voeding.
In het laag FODMAP-dieet wordt er alleszins al aandacht aan besteed: het fermenteren van voedingsmiddelen kan het FODMAP-gehalte duidelijk verlagen. Denk hierbij aan zuurdesembrood waarbij de bacteriën in zuurdesem het FODMAP-gehalte van brood verlagen, ook bij het pekelen van ui en look is er een duidelijke daling van de FODMAP’s in ui en look. Natuurlijk is de boodschap hier niet om deze zonder beperking in te schakelen, maar zoals het standaard gebeurt in het laag FODMAP-dieet is het belangrijk om de individuele tolerantie te bepalen.