Alpha-Gal-Syndroom (AGS) is een nieuw opkomende voedselallergie die in verschillende delen van de wereld wordt gemeld en in verband wordt gebracht met tekenbeten. In eerste instantie kwam dit syndroom enkel in Amerika voor, omdat daar een specifieke tekensoort voorkomt die, na een beet hiervan, het syndroom kan veroorzaken. Er zijn echter ook meer en meer gevallen gekend in Europa die weliswaar door een beet van een andere tekensoort wordt veroorzaakt. AGS, ook wel bekend als een allergie voor vlees van zoogdieren, een allergie voor rood vlees of een idiopathische (dit wil zeggen: we weten niet van waar het komt) allergie, is een uniek type allergie waarbij een IgE-antilichaamrespons tegen α-gal (een koolhydraat) optreedt bij mensen. Het komt erop neer dat mensen na een tekenbeet klachten krijgen als ze vlees eten dat α-gal bevat. Het gaat hier voornamelijk om rood vlees en dus geen wit vlees zoals van gevogelte.
Sinds de ontdekking van het verband tussen een tekenbeet en een allergische reactie voor vlees in 2007, zijn er verschillende inspanningen geleverd om deze nieuwe vorm van voedselallergie te begrijpen. Het stukje α-gal dat herkend wordt door antilichamen is de voornaamste boosdoener die verantwoordelijk is voor AGS maar het exacte mechanisme van hoe een tekenbeet bij de mens gevoeligheid (sensibilisatie) veroorzaakt tegen α-gal en leidt tot de ontwikkeling van AGS, is nog niet helemaal duidelijk. Wel is geweten dat de lichaamsvreemde stof α-gal in het speeksel van de teken zit, die het kleine beestje eerder heeft opgedaan bij het bijten van een ander zoogdier. Vervolgens wordt er dan bij een tekenbeet bij de mens het stukje α-gal overgedragen. Het immuunsysteem van de mens kan hierop reageren door de aanmaak van afweerstoffen tegen deze lichaamsvreemde stof α-gal (die wel van nature voorkomt in zoogdieren). Als de gebeten persoon dan vervolgens vlees eet, kan er een allergische reactie ontstaan.
De symptomen van AGS-patiënten die vlees eten kunnen heel verschillend zijn, waaronder netelroos (sterk jeukende huid met bulten), zwelling van het gezicht, jeuk en zelfs anafylaxie. Sommige patiënten hebben specifieke symptomen gemeld, zoals misselijkheid, indigestie, diarree en verteringsongemakken, vóór het begin van AGS. Echter, zelfs na blootstelling aan α-gal, rapporteerden andere patiënten geen van de hierboven genoemde symptomen, wat de ongewone aard van AGS verder benadrukt. Het gerapporteerde uiteenlopende voorkomen van symptomen bij AGS-patiënten zouden verband kunnen houden met de aard van het allergeen en de dosis, evenals met de aanwezigheid van andere co-factoren zoals variaties van stofwisseling, alcohol, ect.
Naast rood vlees kunnen ook verschillende andere voedingsmiddelen en geneesmiddelen die het α-gal antigeen bevatten, zoals gelatine, collageen, en cetuximab (een behandeling die gebruikt wordt om de groei van tumoren te remmen), AGS veroorzaken. Daarom vormt het gebruik van geneesmiddelen die zijn afgeleid van producten van zoogdieren ook een risico voor AGS-patiënten en verergert het de allergische reacties.
De ontwikkeling van AGS is een complex mysterie geweest maar nu men weet dat de allergische reacties voor vlees t.g.v. een tekenbeet zijn, kan er al een diagnose gesteld worden. Er is echter nood aan bijkomend onderzoek zodat het ontstaan in kaart gebracht wordt en er misschien een behandeling voor AGS mogelijk wordt. De behandeling van deze allergie bestaat uit het voorkomen van tekenbeten en het eten van rood vlees vermijden.