Pinda-allergieën behoren tot de meest voorkomende voedselallergieën bij kinderen. Een pinda-allergie heeft een belangrijk effect op het leven van allergische patiënten, daarom is een nauwkeurige diagnose heel belangrijk.
Momenteel wordt de diagnose van een pinda-allergie gesteld met behulp van een huid-priktest of IgE-test, maar dit kan resulteren in een over-diagnose of een vals-positief resultaat omdat deze testen geen onderscheid maken tussen sensibilisatie en echte voedselallergie.
De meer specifieke meting van componenten, in dit geval de meting van Ara h 2-specifieke IgE is nauwkeuriger, maar wordt geassocieerd met vals-negatieve resultaten. Daarom moet een aanzienlijk deel van de patiënten een orale voedselprovocatie* ondergaan, de huidige gouden standaard voor de diagnose van voedselallergieën. Deze voedselprovocatietest draagt het risico in zich om (ernstige) allergische reacties te veroorzaken, waaronder anafylaxie.
Een nieuwe labotest om pinda-allergie te voorspellen is beter dan de bestaande, zo laten Alexandra Santos e.a. in hun studie zien.
De door hen ontwikkelde test zou vooral kunnen ingezet worden als de uitkomst van de huidpriktests of IgE-bepalingen onzeker zijn.
Het gaat om een ‘mast cel activation test (MAT)’, waarbij de activiteit in de mestcellen uit het bloed van de(allergische) patiënt in het labo wordt gemeten na het toedienen van een beetje pinda-allergeen.
De onderzoekers gingen de werking en effectiviteit van deze test na bij bloedstalen van 174 kinderen – waarvan er 73 gekend waren met een pinda-allergie.
Door de MAT konden ze niet alleen met 98% zekerheid zeggen of iemand allergisch is voor pinda. Ook stelden ze vast dat patiënten met een ernstigere allergie een hoger aantal geactiveerde mestcellen hadden. Tevens konden ze voorspellen hoe heftig de patiënt op pinda zal reageren. Dat laatste was tot voorheen niet mogelijk.
De mestceltest is vijf keer goedkoper en efficiënter dan een voedselprovocatietest (nog steeds de gouden standaard). In vergelijking met andere veelgebruikte diagnostische tests, bleek MAT een betere diagnostische nauwkeurigheid te bieden, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen patiënten met echte pinda-allergie en patiënten die gesensibiliseerd maar tolerant zijn voor pinda’s. Bovendien is er geen kans op vals-positieve resultaten of ernstige allergische reacties in tegenstelling met de huidige testen .
De onderzoekers willen daarom graag aan de slag buiten het laboratorium, om de effectiviteit ook in een normale ziekenhuisomgeving te testen. Daarnaast loopt een onderzoek of de test ook werkt bij melk-, ei-, sesam- en notenallergie. In de toekomst zou de test misschien ook gebruikt kunnen worden voor het meten van andere allergenen in voedsel.
Bron: Journal of Allergy and Clinical Immunology; https://doi.org/10.1016/j.jaci.2018.03.011
*Bij een orale voedselprovocatietest wordt een voedingsmiddel, in opklimmende hoeveelheden, toegediend aan de patiënt. Dit gebeurt telkens onder toezicht van een verpleegkundige en een arts.