Niet-coeliakie glutensensitiviteit is gekenmerkt door inwendige darmproblemen en uitwendige klachten gelinkt aan glutenbevattende voeding.
Bij deze mensen is geen coeliakie of tarweallergie vastgesteld, dus geen ontsteking in de darmwand en geen IgE waarden voor tarwe te vinden in het bloed. De naam is nog ter discussie omdat het eiwit waarop men reageert nog niet bekend is. Men weet enkel dat de mensen getriggerd worden door glutenbevattende granen.
Hoe vaak glutensensitiviteit voorkomt is nog niet bekend, maar men schat dat dit meer dan coeliakie is die bij 1% van de bevolking voorkomt. De behandeling is zoals bij coeliakie een glutenvrij dieet maar men weet niet op lange termijn of een strikte beperking van alle glutenbevattende producten wel nodig is. Klachten zijn opgeblazen gevoel, buikpijn, onregelmatige stoelgang, hoofdpijn en ijlhoofdigheid. De klachten komen meestal na een paar uur of dagen voor.
Verscheidene studies hebben een link ontdekt tussen hersenen-darmen (‘the brain-gut axis”). Dus het is mogelijk dat er een verband is tussen glutensensitiviteit en verscheidene neuro-psychiatrische aandoeningen. Maar het verband is nog lang niet duidelijk!
Een duidelijke diagnose is nodig voor we een goede behandeling kunnen opstarten. De diagnose is niet evident. Specifieke criteria zijn noodzakelijk voor een goede medische opvolging en behandeling. Zo kan men ook beter informatie verzamelen over de graad van glutensensitiviteit.
Momenteel loopt de diagnose via een vaststaand protocol, namelijk eliminatie en daarop volgend herintroductie van gluten.
Dit gebeurt onder begeleiding van een allergiediëtist. Tijdens de eliminatie worden alle glutenbevattende voedingsmiddelen gemeden om in de herintroductiefase de graad van uw glutensensitiviteit te bepalen. Samen met je allergiediëtist kan je nagaan hoeveel glutenbevattende producten je zonder klachten kan verdragen, zodat je niet nodeloos voedingsmiddelen gaat schrappen.
Bron: Nutrients 2015