Afgelopen zaterdag waren wij, de AllergieDiëtisten aanwezig op de “Dag van het Eczeem”. Het was een interessante dag. In de namiddag gaven we een workshop over voeding en jeuk. Kon jij niet aanwezig zijn? Hier volgt een korte samenvatting van onze presentatie.
Over voeding en eczeem wordt er veel geschreven op het wereldwijde web. Als je “dieet en eczeem” googelt ontvang je 1 160 000 resultaten, helaas zelden wetenschappelijk onderbouwd. Er wordt in 80% van die resultaten melk en melkproducten afgeraden, 50% raadt soja en tarwe/gluten af, voor de rest worden vooral eieren, noten en zoetstoffen veroordeeld als triggers van het eczeem. In hoeverre kloppen deze raadgevingen? Wij zochten het voor je uit!
We maken een onderscheid tussen jonge kinderen met eczeem en adolescenten/volwassenen. Bij baby’s is eczeem een trigger om een voedselallergie te ontwikkelen omwille van een slechte huidbarrière (doorlaatbaarheid van de huid is te groot). Vandaar dat het smeerbeleid zeer belangrijk is. Uit de wetenschappelijke literatuur blijkt dat 50% van de kinderen met eczeem getriggerd worden door voeding en dat daarvan 30% een IgE-gemedieerde voedselallergie is. Dit is een allergie door een reactie van het immuunsysteem. Hiervan zijn kippenei en koemelk de belangrijkste triggers.
Wat de adolescenten en de volwassenen betreft, hier zijn weinig wetenschappelijke onderzoeken rond te vinden. Er blijkt meestal geen verband te zijn tussen het eczeem en de voeding. Slechts 10% van de volwassenen met eczeem heeft een IgE-gemedieerde voedselallergie. Het betreft dan zelden melk en ei zoals bij kleine kinderen. Het kan hier wel gaan om een pollen-gerelateerde voedselallergie. De mensen zijn gesensibiliseerd (positieve bloeduitslag) voor boompollen en reageren dan ook op bepaalde voedingsmiddelen o.a. steen- en pitvruchten, noten, pinda’s, bepaalde groenten … Daarnaast kan het eczeem bij volwassenen verergeren door consumptie van nikkelbevattende voedingsmiddelen indien zij een contactallergie hebben voor nikkel en bij consumptie van benzoaten en parabenen bij een contactallergie voor perubalsem. Dit komt echter zelden voor. Er zijn ook enkele onderzoeken die verwijzen naar een verband tussen het verergeren van eczeem en de consumptie van voedseladditieven en biogene amines. Hoe deze reacties precies verlopen is niet bekend. Ze behoren tot het domein van de pseudo-allergie of intoleranties.
Heb jij het vermoeden dat jouw opstoten van eczeem te maken hebben met voeding? Neem dan contact op met een allergiediëtist. Wij gaan grondig jouw voedings- en klachtenpatroon bekijken. Een onderzoek bij de allergoloog kan uitsluitsel geven voor een IgE-gemedieerde voedselallergie. We komen daar ook te weten of jij gesensibiliseerd bent voor boompollen. Boompollen-gerelateerd voedsel kan eventueel klachten veroorzaken en wordt dus onder onze loep genomen. Of is er een contactallergie aanwezig? Dan speuren we eerder in die richting. Toch niet? Dan gaan we op zoek in de wereld van de pseudo-allergenen. Dit is niet gemakkelijk aangezien intoleranties werken met dosissen en afhankelijk van bepaalde omgevingsfactoren (stress, ziekte, hormonen …) kan je meer of minder verdragen. Dat noemen we de tolerantiegrens die voor iedereen verschillend is en ook kan variëren in de tijd. We gaan hier ook niet op zoek naar voedingsmiddelen, wel naar voedingsstoffen (histamine, tyramine) en additieven (bewaarstoffen, smaakversterkers …). Waar krijg jij jeuk van … dat is onze hoofdvraag.
Indien de trigger in zicht komt, starten we met een eliminatiedieet van 4 tot 6 weken. Gedurende deze periode mijden we de vermoedelijke trigger. Indien na deze periode de klachten sterk verminderd of verdwenen zijn, gaan we de tolerantiegrens bepalen. Indien de klachten niet verbeterd zijn, gaan we het voedings- en klachtendagboek opnieuw bekijken of moeten we misschien concluderen dat jouw opstoten van eczeem niets met voeding te maken hebben.
Jeukarme groetjes
Hilde Winters