Verschenen in Allergy Maandblad van European Journal of Allergy and Clinical Immunology (EAACI) volume 73 nummer 7 juli 2018. Letter to the editor.
ORCID F.L. Feldman
Voedselovergevoeligheid bij kinderen bedraagt een belangrijk aandeel van ziektes wereldwijd. Het eten van voeding kan de oorzaak zijn van ernstige reacties welke leiden tot meer bezoeken aan spoeddiensten en kan daardoor een negatieve invloed hebben op de levenskwaliteit.
De blootstelling aan omgevingsrook (rook die een roker uitblaast samen met rook die vrijkomt van een smeulende sigaret) kan bijdragen tot het ontwikkelen van voedselovergevoeligheid. Omgevingsrook is gekend als een risicofactor voor astma en waarschijnlijk ook voor eczeem bij kinderen. Terwijl eerdere studies geen relatie vonden tussen omgevingsrook en voedselovergevoeligheid, kon dit team een relatie aantonen bij adolescenten tussen voedselallergie en blootstelling aan omgevingsrook tijdens de eerste 2 levensmaanden.
Bij de start (leeftijd van 2 maanden) van de studie rapporteerden de ouders hun allergische aandoeningen, leefstijl en rookgewoonten. Op de leeftijd van 4, 8 en 16 jaar rapporteerden de ouders symptomen van allergieën en ongewone reacties op specifieke voedingsmiddelen. Er werd bij de kinderen een bloedstaal afgenomen die onderzocht werd op overgevoeligheid voor melk, ei, kabeljauw, tarwe, soja en pinda.
Kinderen werden toegelaten aan de studie als het rookgedrag van de ouders bij de start gekend was en er gegevens beschikbaar waren van de metingen van voedselovergevoeligheid van ten minste 1 opvolgmoment. De blootstelling aan omgevingsrook werd gedefinieerd als een of beide ouders een of meerdere sigaretten per dag rookten. De voedselovergevoeligheid werd gedefinieerd aan de hand van de metingen van overgevoeligheid (IgE-meting) op minstens 1 van de 6 onderzochte voedingsmiddelen.
Op de leeftijd van 4, 8 en 16 jaar vertoonden 3,1%, 5,7% en 5,3% van de kinderen die blootgesteld waren aan omgevingsrook tijdens de eerste 2 levensmaanden een overgevoeligheid voor minstens van 1 van de 6 voedingsmiddelen die onderzocht werden. Terwijl dit bij de kinderen die niet blootgesteld waren 2,2%, 3,5% en 3,9% was. De studieresultaten verschillen nagenoeg niet wanneer de moeder rookte tijdens de zwangerschap, ouders rookten na de leeftijd van 2 maanden, kinderen die op 16-jarige leeftijd zelf rookten, voor eczeem en voor astma. Wanneer de ouder(s) meer dan 10 sigaretten per dag rookten zag men een stijging van het aantal gemeten voedselovergevoeligheden. Blootstelling aan omgevingsrook op jonge leeftijd verhoogt de kans op voedselovergevoeligheid voor de 6 onderzochte voedingsmiddelen.
De blootstelling aan omgevingsrook tijdens de eerste twee levensmaanden verhoogt de kans op voedselovergevoeligheid bij 16-jarigen. Tijdens de adolescentie zag men bij deze groep een verhoging van de gemeten waarden van pindaeiwitten die verantwoordelijk zijn voor het ontwikkelen van een ernstige pinda-allergie. De bevinden van deze studie ondersteunen maatregelen om de blootstelling aan omgevingsrook gedurende de eerste 2 levensmaanden te verminderen, zowel op beleidsniveau als voor het individueel ontraden van roken.