bron: J. Allergy Clin Immunol Pract Volume 6 nr 2 march/april 2018362-365 Het is niet ongewoon dat patiënten een allergoloog raadplegen voor informatie betreffende een alternatieve test voor voedselallergie of intolerantie. Deze testen worden vaak uitgevoerd door alternatieve genezers, maar kunnen evengoed aangevraagd zijn door een klassiek geschoolde arts. Eens ze de resultaten ontvangen hebben, zoeken ze vaak hulp voor de interpretatie ervan. Anderzijds kunnen patiënten twijfels hebben over de testen en vragen ze naar de opinie van de allergoloog over de betrouwbaarheid ervan. De meest gebruikte testen worden hier besproken. DE ALCATTEST Men test de witte bloedcellen van de patiënt om te kijken of ze getriggerd worden door voedsel om na te gaan welk voedsel mogelijke ‘schadelijke reacties’ kan uitlokken. Op basis van de resultaten stellen de bedrijven voor om een eliminatiedieet of een rotatiedieet te volgen om de ‘specifieke uitlokkers’ te elimineren. Een artikel gepubliceerd over de ALCAT test concludeert dat ondanks het feit dat het betrouwbare apparatuur is, er geen gegevens beschikbaar zijn over de juistheid en betrouwbaarheid van de testresultaten. IgG-TESTEN VOOR VOEDING Net zoals de testen die gebruikt kunnen worden voor het bepalen van IgE-antistoffen voor voeding (een arts gebruikt deze methode om na te gaan of men allergisch is voor een bepaalde stof), kunnen dezelfde testen gebruikt worden om IgG- en IgG4-antistoffen voor voeding te bepalen. Deze testen worden gedaan in veel laboratoria met een goede reputatie en er is geen reden om te twijfelen aan hun juistheid en de betrouwbaarheid van de resultaten. Recente studies stellen dat ‘voedingsspecifiek IgG4 geen indicatie is voor voedselallergie of intolerantie, maar eerder een reactie van het immuunsysteem na contact met voeding’. Daarom zijn deze testen niet geschikt voor het bepalen van voedselallergie of intolerantie. PROVOCATIE NEUTRALISATIETEST Bij deze methode wordt de voedselovergevoeligheid vastgesteld met onderhuidse inspuitingen van het verdacht voedingsmiddel en hoopt men zo de te verwachte reactie van dat voedingsmiddel uit te lokken. Vervolgens wordt een andere dosis van het allergeen ingespoten om de reactie te ‘neutraliseren’. Onderzoekers concludeerden uit studies dat deze testen niet bruikbaar zijn voor het stellen van een diagnose of voor het bepalen van een verdere behandeling. HAARANALYSE-TEST Websites bieden haaranalyses aan voor het evalueren van honderden voedings- en niet-voedingsstoffen. Hoewel de methode niet wordt beschreven, verklaren ze dat haren worden vergeleken met een database en dat deze test ‘een intolerantie tot 85% en meer weergeeft van de typische uitlokkers van intoleranties in het lichaam’. De onderzoekers vonden bij een studie ‘een opvallend aantal positieve testen, vaak met afwijkingen voor dezelfde haarstalen’. Men concludeert dat de resultaten geen betrouwbare diagnose kunnen geven en dat ze een hoog aantal resultaten weergeven die allergieën veronderstellen. ELECTRO-HUIDTESTEN (EG, VEGA TEST) Bij deze techniek houdt de patiënt een elektrode in een hand en de andere elektrode wordt geplaatst op een andere plaats op het lichaam. Met een kleine stroom wordt een elektrisch circuit gemaakt tussen de 2 elektroden. Binnen dit elektrisch circuit, maar zonder de patiënt te raken, is er contact met glazen flesjes/buisjes die de te testen stoffen bevatten en wordt de gevoeligheid van de huid gemeten op willekeurige plaatsen. Deze testen worden soms aanbevolen als vervanging van IgE-testen. Dit kan een gevaar inhouden wanneer een allergeen waarvoor men echt allergisch is terug wordt toegevoegd aan de voeding. Er zijn geen studies die deze test evalueren voor voedselovergevoeligheid. KINESIOLOGIE Bij deze test gebeurt het bepalen van voedselovergevoeligheden of intoleranties doordat de patiënt in de ene hand een glazen buisje/flesje vasthoudt met het te testen voedingsmiddel terwijl de andere arm is uitgestoken. De genezer voert vervolgens een neerwaartse druk uit op de uitgestoken arm en gaat de zwakheid na van de spierkracht in de arm wat dan duidt op een gevoeligheid voor het voedingsmiddel dat getest wordt. Een onderzoek van de literatuur voor kinesiologie concludeert dat ‘er onvoldoende betrouwbaarheid is voor de diagnose, de spierreacties en de doeltreffendheid van kinesiologie voor alle testresultaten’. CONCLUSIE De hier beschreven testen voor voedselallergie zijn allen onbewezen en in veel gevallen kunnen ze wetenschappelijk en technisch weerlegd worden. Er ontbreekt geloofwaardigheid en van geen enkele test zijn er studies die de relatie aangeven tot ziekte. Patiënten die begeleiding zoeken bij deze testen moeten geadviseerd worden over het ontbreken van wetenschappelijk bewijs van de testen. Vele onderzoeken duiden op de onbruikbaarheid evenals het mogelijk gevaar van voedingsaanpassingen gebaseerd op de testresultaten. |