Uit onderzoek van de Universiteit Utrecht, UMC Utrecht en TNO blijkt dat minder dan 50% van de deelnemers met een voedselallergie en zonder voedselallergie vindt dat de informatie over allergenen op de etiketten duidelijk is. De informatie op de etiketten is niet eenduidig, terwijl de voedseletiketten consumenten met voedselallergieën net kunnen/moeten helpen om voedingsmiddelen of ingrediënten te vermijden waarvoor zij of iemand van hun gezin/vrienden allergisch zijn.
Hoe lees ik dan het etiket als ik een voedselallergie heb?
Als je een voedselallergie hebt, is informatie op het etiket erg belangrijk, soms zelfs van levensbelang. Fabrikanten zijn daarom verplicht om de veertien meest voorkomende allergenen te vermelden op de verpakking.
Deze staan genoemd onder ‘Ingrediënten’ in een ander lettertype of vetgedrukt, zodat ze extra goed opvallen.
‘Bevat’ en ‘kan bevatten’ hebben verschillende betekenissen:
Als er ‘Bevat’ op een voedseletiket staat, moet dit de namen bevatten van de voedingsbronnen van alle belangrijke voedselallergenen die als ingrediënten worden gebruikt.
Als bijvoorbeeld de ingrediëntenlijst ‘wei’, ‘eigeel’ en een ‘natuurlijk aroma (met pinda-eiwitten)’ vermeld, moet de vermelding ‘Bevat’ de woorden ‘melk’, ‘ei’ en ‘pinda’ vermelden.
Als er geen ‘Bevat’ staat, is het heel belangrijk om de hele ingrediëntenlijst te lezen om te zien of het allergeen aanwezig is. Als je de naam van het allergeen ook maar één keer ziet, is het voor dat voedingsmiddel, terug in het rek. In ons voorbeeld staat er dan: wei (melk), eigeel en natuurlijke aroma’s (pinda) op het etiket. De wet schrijft voor dat op verpakte voedingsmiddelen die op de markt gebracht worden, in eenvoudige en begrijpelijke bewoordingen vermeld wordt wanneer ze gemaakt zijn met één van de veertien voedingsallergenen.
Er zijn veel verschillende ingrediënten die hetzelfde voedselallergeen bevatten, maar soms geven de namen van de ingrediënten niet hun specifieke voedselbronnen aan. Caseïne, natriumcaseïnaat en wei zijn bijvoorbeeld allemaal melkeiwitten.
Hoewel hetzelfde allergeen in meerdere ingrediënten aanwezig kan zijn, moet ‘melk (de voedselbronnaam) slechts één keer in de ingrediëntenlijst voorkomen om aan de etiketteringsvoorschriften te voldoen.
De fabrikanten kunnen de ingrediënten van hun producten op elk ogenblik veranderen, zodat het een goed idee blijft om de ingrediëntenlijst te controleren telkens als je het product koopt- zelfs als je het voordien hebt gegeten en geen allergische reactie had.
Sommige fabrikanten zetten vrijwillig een aparte waarschuwing, zoals ‘kan (sporen) bevatten’ of ‘geproduceerd/afgevuld in een fabriek waar …’, op hun etiketten als er een kans bestaat dat er een voedselallergeen aanwezig is.
Een fabrikant kan dezelfde apparatuur gebruiken om verschillende producten te maken. Zelfs na het reinigen van deze apparatuur kan een kleine hoeveelheid van een allergeen (zoals pinda’s) dat werd gebruikt om het ene product (zoals koekjes) te maken, een ander product (zoals crackers) contamineren (besmetting). In dit geval kan op het etiket van de cracker staan ‘kan pinda’s bevatten’.
Wees je ervan bewust dat de vermelding “kan bevatten” vrijwillig is, niet alle fabrikanten gebruiken het. Meer nog, ook producten waar geen waarschuwing op staat, kunnen sporen van een allergeen bevatten.
Wij, de AllergieDiëtisten, laten producten met vermelding “is verwerkt in een fabriek waar …” of “kan sporen van … bevatten” toe aangezien de besmetting overal aanwezig kan zijn.
Bij gebruik van deze voedingsmiddelen, adviseren wij om steeds een Epipen® (adrenalinepen) en noodmedicatie binnen handbereik te hebben aangezien dat de meeste veiligheid biedt.
Poor understanding of allergen labelling by allergic and non- allergic consumers