Afgelopen maandag en dinsdag gaven we opnieuw onze bijscholing voor collega-diëtisten met als titel “Voedselallergie en intolerantie binnen de diëtistenpraktijk”.
We hebben er lang naar uitgekeken en na weken van voorbereiding waren we er klaar voor in het gezelschap van interessante sprekers uit binnen- en buitenland.
Dag 1: voedingsallergie
Na een korte intro en voorstelling van de AllergieDiëtisten, nam professor Hagendorens het woord. Zij had het over de meest voorkomende voedselallergieën bij kinderen. Haar presentatie was super interessant. De diagnose van een voedselallergie valt of staat met een goed gesprek, zowel met de ouders als met de kinderen over genomen voeding en klachten. Daar is onze expertise als allergiediëtiste dan ook van belang, bevestigde zij ;)! Eczeem bij kindjes wordt vaak geassocieerd met een voedingsallergie, maar daar is geen harde relatie tussen. Zelden of nooit gaat eczeem weg door voeding aan te passen. In deze situatie wordt vooral hydratatie van de huid en een gericht smeerbeleid aangeraden.
Ook buikpijn is zelden een uiting van een voedingsallergie, zeker als die buikpijn bijna dagelijks en eerder chronisch kan genoemd worden.
Daarna mochten An en ik de theorie duiden met onze praktijkvoorbeelden, diëtistisch onderzoek bij kinderen. Hoe fijn was het dat we de juiste casussen gekozen hadden die naadloos aansloten bij het betoog van professor Hagendooren. Bestaat er dan toch iets als karma ;). Voor de anamnese maken we gebruik van een duidelijk stappenplan waarbij we de hulpvraag van de patiënt, zijn klachten in kaart brengen en deze koppelen aan de genomen voeding om zo te komen tot de dietistische diagnose. Het verhaal van de patiënt en de kliniek zijn immers belangrijker dan de testen 😉.
Na de pauze was het woord aan Dr. Tuyls, die het had over allergie bij volwassenen: kruisallergie en co-factoren. Ook hij benadrukt dat testen zonder verhaal en kliniek geen waarde hebben. Daarnaast had hij het over de kruisreacties, waarvan de meest gekende deze is waarbij mensen met een pollenallergie ook reageren op bepaalde voedingsmiddelen (OAS). Als laatste had hij het over co-factoren die de drempel voor een allergische reactie kunnen verlagen of verhogen. Zijn interessant betoog werd gevolgd door het diëtistisch onderzoek bij volwassenen, gebracht door Mieke, Kelly en Marieken. Uitgaande van een uitgebreide anamnese en koppeling van symptomen na het consumeren van bepaalde voedingsmiddelen kwamen zij ook tot een diëtistische diagnose die dan leidt tot een aangepast behandelplan.
Onze laatste spreker die dag was Inge van Thermofisher,
die het had over recombinant diagnose (CRD). Door CRD kan het risico op ernstige symptomen voorspeld worden en kan geanticipeerd worden op de ontwikkeling en uitgroei van allergieën.
Tot slot werd in kleine groepjes het behandelplan besproken. Hierbij is het voornamelijk belangrijk dat er steeds wordt gestreefd naar een volwaardig voedingspatroon waarin niet teveel voedingsmiddelen worden vermeden.
Dag 2: voedingsintolerantie:
Onze eerste spreker was Prof. Tim Vanuytsel. Na het belang van onderscheid tussen een voedingsallergie en intolerantie, ging zijn lezing over prikkelbare darm en het laag-fodmapdieet als standaardbehandeling bij functionele klachten.
Dr. Vicky De Preter had het daarna over coeliakie, glutensensitiviteit en tarwe-allergie een triumviraat waarbij de klachten een grote overlap hebben. Een goede diagnose is dan ook noodzakelijk.
Naar analogie met de vorige dag volgde ook hier weer een diëtistisch onderzoek en behandelplan, wat in kleine groepjes interactief werd besproken.
Na de middag kwam onze internationale spreker aan bod. Dr. Isabel Skypala kwam speciaal vanuit Londen om ons in te wijden in de intoleranties voor additieven. Wij waren blij dat zij al voor de vierde keer bij ons kwam spreken, zij geldt immers als een internationale expert in allergie en pseudo-allergieën, met veel scripties op haar palmares. Haar lezingen zijn altijd een plezier en telkens leren we weer iets bij. Haar vriendschap is hartverwarmend.
Na 2 dagen vertrokken we met een tevreden gevoel naar huis.
Het waren vermoeiende dagen, maar de evaluatiepapieren gaven ons ‘vleugels’ en de bevestiging dat we het nog niet zo slecht doen.
Ons doel blijft altijd onze patiënt op een goede, verantwoorde, maar ook wetenschappelijk onderbouwde manier te helpen.
En denk eraan, we streven er steeds naar zoveel mogelijk toe te laten binnen het te volgen dieet 😊.
Kris